Boeken

Overzicht Japanse literatuur

Manga

Poëzie Literatuur over Japan van niet-Japanse auteurs

Klik hier, als links het navigatiemenu ontbreekt.

afliteratuur.gif (3258 bytes)


Poëzie

Japan kent een lange geschiedenis op het gebied van de poëzie. In de oude boeken Kojiki en Nihon shoki (verschenen in 712 en 720) staan al gedichten geschreven en halverwege de achtste eeuw verschijnt de Manyôshu, een verzameling van Japanse gedichten in de Waka-vorm.

Waka of Tanka

Wellicht de oudste dichtvorm van Japan is de Waka. Dit werd later ook wel Tanka (kort gedicht) genoemd. Deze dichtvorm werd al beoefend in de Tempyôperiode (729-749), de periode ten tijde van keizer Shômu (724-749). In deze periode nemen ook andere vormen van de kunst, zoals de boeddhistische beeldende kunst, grootse vormen aan.
Halverwege de Heianperiode (794-1192), als ook de literatuur een hoogtepunt beleeft, wordt deze dichtvorm zeer populair bij de hofadel en priesters.
De waka is een dichtvorm, bestaande uit 5 regels van resp. 5, 7, 5, 7, 7 lettergrepen. Deze 31 lettergrepige dichtvorm is heel uniek en wordt beschouwd als één van Japans belangrijkste originele literaire vormen. In deze dichtvorm doet suggestie het gedicht uitgebreider lijken.

Tanka Japans

Tanka Ned.

Kyoka

De Kyoka was in feite identiek aan de Waka, d.w.z. ook 31 lettergrepen, maar de inhoud was grappig (Kyoka betekent ook "gek gedicht"). De populariteit, die dateert uit de 18e eeuw. was niet gebonden aan klassen. Er werd vaak de spot gedreven met de politici of andere gewone en ongewone gebeurtenissen. Een bekende kyoka-dichter was Ota Nampo (1749-1823).

Renga

De renga is een 'combinatie gedicht', d.w.z het is gedicht, waarvan de strofen door verschillende mensen worden gemaakt. De strofen zijn steeds gebaseerd op de 31 lettergrepige dichtvorm (de waka of tanka). Het eerste 3 regels van de waka, met de 5, 7, 5 lettergrepen, kan men zien als een eerste strofe en de tweede strofe bestaat dan uit de volgende twee regels van 7, 7 lettergrepen, zoals bij de waka. De renga kan wel honderd strofen omvatten, die dus steeds door wisselende personen zijn gemaakt. Het is een dichtvorm die in de Naraperiode ontstond en in de Heianperiode zeer populair was bij de hofadel. Het werd  pas populair bij het 'gewone' volk tijdens de Muramachi periode. Een bekende renga-dichter was Sogi, die leefde van 1421-1502.

Haikai

De Haikai is in feite de voorloper van de Haiku en is afgeleid van de 31 lettergrepige versvorm (Waka) en dan met name uit de Renga. Het is afgeleid uit de eerste 3 regels van de renga (zie hieronder), die uit 5-7-5 lettergrepen bestonden, samen 17 lettergrepen. De haikai was zeer populair maar werd wat ordinair gevonden (was waarschijnlijk juist daardoor populair). Later werd deze vorm volwassener gemaakt (bijv. door Matsu Basho en Matsunaga Teitoku) en werd nog later  omgedoopt in Haiku.

Haiku

De term Haiku werd pas in de 19e eeuw populair, met name door Masaoka Shiki. Daarvoor was de Haikai al volwassener geworden (minder ordinair) door o.a. Bashô (17e eeuw) maar in de tijd van Bashô werd het nog haikai genoemd. De haiku is dus een andere benaming voor de haikai en bestaat net als de haikai uit 3 regels met respectievelijk 5, 7 en 5 lettergrepen. In de haiku wordt op eenvoudige wijze de diepste gevoelens weergegeven door zaken uit de natuur de beschrijven. De interpretatie van een haiku is zeer moeilijk.

Een van de beroemdste haiku's luidt:

Haiku Japans

Haiku Ned.

Bovenstaande haiku is van een van de beroemdste haiku dichters in Japan: Matsuo Bashô (1644-1694)

Matsuo Basho

Haiku in Kanazawa

Een bordje met een haiku van Basho in Kenroku-en (park) in Kanazawa

Aanvankelijk was zijn schrijversnaam Tosei, maar toen hij een bananenboom (bashô) in zijn tuin kreeg, voelde hij zich aangetrokken tot deze boom vanwege zijn nutteloosheid en veranderde hij zijn voornaam in Bashô. Hij heeft de haiku tot echte kunst verheven met name door zijn voetreizen door Japan. Het reizen was in die tijd niet eenvoudig en niet ongevaarlijk, maar hij maakte die reizen om de mooie en beroemde plaatsen in Japan zelf te aanschouwen en zijn ervaringen te verwerken in haiku's. Zijn eerste reis maakte hij toen hij veertig was en dit resulteerde in zijn werkje: "Reisverslag van een verweerd skelet". Daarna schreef hij nog "Het verslag van een versleten reistas". Zijn laatste reis begon hij in 1688 en ging naar het hoge noorden. Ook deze reis leverde vele haiku's op, die hij publiceerde in het boekwerkje: "Oku no hosomichi", ("de smalle weg naar het hoge noorden"). 'Hosomichi' betekent 'smalle weg' en 'oku' betekent 'innerlijk' of 'binnenste', dus de smalle weg naar het binnenland (maar in Japan is dit ook het hoge noorden). Oku kan ook figuurlijk genomen worden, een zoeken naar zichzelf.
Deze verslagen zijn ook in het Nederlands vertaald en uitgegeven door de uitgeverijen Karnak en De Arbeiderspers. De Engelse Lesley Downer heeft niet zo lang geleden deze reis nagedaan en haar bevindingen beschreven in haar boek "Op Basho's smalle weg naar het hoge noorden". Ook in het Nederlands uitgegeven door De Arbeiderspers.

Andere grote haikumeesters waren Yosa Buson (1716–1783), Kobayashi Issa (1763–1827) en Masaoka Shiki 1867-1902)
Van Yosa Buson verscheen in het Nederlands het boekje 'Op de punt van een tak', van Kobayashi Issa 'Een druppel plukken' en van Masaoka Shiki verscheen 'Geur van Chrysanten'. Deze boekjes verschenen bij uitgeverij Kairos (zie Literatuurlink).

Sinds mei 2001 wordt een on-line haiku-kwartaalblad uitgegeven: De World Haiku Review
Daarnaast is er nog de World Haiku Club

Links

Literatuur


Deze pagina is een onderdeel van Uchiyama's website over Japan
terug naar begin