Klik hier, als links het navigatiemenu ontbreekt. |
|
Het schip "De Liefde" |
Van de vijf schepen die op 27 juni 1598 waren vertrokken uit Rotterdam, zou alleen het
schip De Liefde uiteindelijk Japan bereiken op 19 april 1600. Het schip De Hoop was het
vlaggenschip, daar voerde Jacques Mahu het bevel als admiraal van de vloot. Op dit schip
was, bij het vertrek uit Rotterdam, William Adams stuurman. Het was deze Adams (Engeland,
1564 - Japan, 1620) die later stuurman op De Liefde zou worden en een grote rol zou gaan
spelen in Japan. (Hij was de hoofdrolspeler in het boek en tv-serie "Shogun").
Op De Liefde werd het bevel gevoerd door Simon de Cordes, die viceadmiraal van de vloot
was. Ook Jacob Jansz Quackernaeck, de latere kapitein, was hier aan boord. Vanwege zijn
ervaring met de route naar Japan en China had men met veel moeite Dirck China overgehaald
om mee te gaan en ook hij was aan boord van De Liefde, overigens zonder een bepaalde
functie. Anderen aan boord van De Liefde waren Jan Joosten van Lodensteyn en Melchior van
Santvoort, de laatste als commies. Zij zouden beiden nog een belangrijke rol in Japan gaan
spelen. Gerrit van Beuningen was kapitein op Het Geloof.
De Liefde had 110 man aan boord en de totale bemanning van de 5 schepen was 507 man.
Omdat men ook de bedoeling had om Spaanse gebieden in Zuid-Amerika te veroveren en te
plunderen had men ook nogal wat wapens en soldaten aan boord.
Na 3 maanden (men was toen bij de Kaapverdische eilanden) werd, wegens het overlijden
van de admiraal Mahu, viceadmiraal Cordes overgeplaatst naar de Hoop (het vlaggenschip en
dus werd hij admiraal), Dirck China werd overgeplaatst naar de Blijde Boodschap als
kapitein en Gerrit van Beuningen werd kapitein op de Liefde. William Adams kwam als
stuurman aan boord van de Liefde. Toen pas werd er verteld dat men niet via Kaap de Goede
Hoop naar Indië zou gaan maar via Straat Magelhaes naar de Molukken en Japan. Men stak
via Annobon (aan de westkust van Afrika ter hoogte van de evenaar) de
Atlantische Oceaan
over naar de straat Magelhaes. Nog voor Straat Magelhaes was bereikt, was een groot deel
van de bemanning al overleden aan scheurbeuk, hete koortsen en honger. Het was juist
winter toen men Straat Magelhaes bereikte en daardoor nog meer ontberingen te verduren
had. De doorvaart duurde van april tot augustus 1599. Een schip, het Geloof, zag toen af
van de reis en keerde terug naar Rotterdam. Na Chili zou men de Stille Oceaan oversteken.
In Chili werd echter Gerrit van Beuningen (kapitein van de Liefde) vermoord en nu werd
Jacob Quackernaeck de nieuwe kapitein. Ook de Blijde Boodschap met Dirck China werd daar
door de Spanjaarden veroverd. Dirck overleefde dit echter wel maar bereikte Japan daardoor
niet. Bij het eiland Santa Maria, ergens halverwege de Chileense kust, ontmoetten De
Liefde en De Hoop elkaar nog. Door de tegenslagen hadden beide schepen nog maar zo'n 30
man aan boord. Het voorstel om één schip te verbranden en met de ander verder te gaan
werd verworpen. Men had wel kans gezien om voldoende eten en
drinken aan boord te
krijgen, maar nu moest nog besloten worden, gezien de huidige situatie, waar naar toe de
verdere reis zou gaan. Aangezien De Liefde veel wollen stoffen aan boord had, die men
waarschijnlijk moeilijk in de warme gebieden als de Molukken zou kunnen slijten, werd
besloten naar een noordelijker gebied te gaan. Gezamenlijk vertrokken De
Hoop en De
Liefde richting Japan. Na het passeren van de evenaar voer men langs een paar eilanden en
daar deserteerden een aantal mensen. Volgens sommigen zouden dit de Marianen geweest
kunnen zijn, maar anderen denken dat dit de Hawaï-eilanden geweest waren..
Toen de twee schepen samen in een storm verzeild raakten verdween De Hoop onder water en
ging verloren. De Liefde met dus Quackernaeck als kapitein, William Adams als stuurman,
Melchior van Santvoort en de koopman Jan Joosten van Lodensteyn, ging dus alleen verder op
reis, een reis die nog 5 maanden zou duren. Op 19 april 1600 liet men het anker vallen
voor Oita (toen nog Bungo) aan de oostkust van Kyushu met nog slechts 25 man aan boord
waarvan nog maar 6 man op eigen benen konden staan.
Trouw heeft nog wel de Molukken bereikt, maar de bemanning werd daar door de Portugezen
vermoord.
Volgens een brief van William Adams, geschreven in 1611,
landde men in 1600 bij de plaats Bungo. Het was een vrij groot gebied dat Bungo heette.
Tijdens de Tokugawa periode is dit opgedeeld en de plaats waar men strandde met De Liefde
werd toen Funai. Weer later werd dit Oita.
Mensen die Japan bereikten waren o.a.: Jacob Jansz. Quackernaeck, William Adams, Melchior
van Santvoort en Jan Joosten van Lodensteyn.
Het was Tokugawa Ieyasu die de stuurman William Adams, vergezeld door Jan Joosten van
Lodensteyn, naar het paleis in Osaka liet komen. Dat Adams moest komen was op zich vreemd,
want Jacob Quackernaeck was kapitein en viceadmiraal. Mogelijk kwam dit door de
Portugese Jezuïeten, die al sinds 1543 in Japan waren en die nu als tolk optraden. Dit
was niet gunstig voor de Nederlanders omdat Holland in oorlog was met Spanje en Portugal
(die toen één waren).
Overigens was dit paleis in Osaka waar zij ontvangen werden door Tokugawa Ieyasu, de
burcht van Toyotomi Hideyori. Deze was de zoon van Toyotomi Hideyoshi. Hideyoshi was in
1598 overleden en omdat Hideyori nog minderjarig was had Hideyoshi voor zijn dood 5
regenten voor zijn zoon benoemd. Eén daarvan was Tokugawa Ieyasu, die dan ook om die
reden in Osaka was en gevraagd had naar de mensen van De Liefde. Ieyasu's eigen residentie
was in Edo, dat later de hoofdstad Tokyo zou worden. De Nederlanders dachten, dus
ten onrechte, dat het de keizer was die hun ontving. Ieyasu was toen zelfs nog geen
shôgun. Dat zou pas in 1603 gebeuren, na de beslissende slag bij Sekigahara in oktober
1600, die door Tokugawa Ieyasu werd gewonnen.
Zie ook de volgende pagina's.
William Adams werd een belangrijke adviseur van de shôgun
Tokugawa Ieyasu. Hij werd door hem Anjin-san genoemd (meneer de zeeloods). De huidige wijk
Anjinchô in Tokyo is naar hem vernoemd.
Jan Joosten van Lodensteyn bleef in Japan en trouwde een Japanse vrouw. Ook naar hem is in
Tokyo een wijk vernoemd: Yaesu.
Melchior van Santvoort heeft in Hirado en Nagasaki gewoond en gewerkt als koopman. In 1639
moest hij, net als vele anderen, Japan verlaten.