Klik hier, als links het navigatiemenu ontbreekt. |
![]() |
||
|
![]() |
Een kaart van Mercator
uit 1595. |
De cartografische kennis was nogal beperkt, zoals blijkt uit de afgebeelde kaart van
Mercator uit 1595 van Z.O. Azië. Gelukkig waren er Nederlanders geweest, die in Portugese
dienst reizen naar de oost hadden meegemaakt en hierover konden verhalen. Een van hen was
Dirck Gerritsz Pomp (ook wel Dirck China genoemd) uit Enkhuizen. Hij was, in dienst van de
Portugezen, in China geweest en twee keer in Japan. De eerste keer was rond 1581 en daarna
nog eens in 1584. Met name van de tweede reis zijn nog wat feiten bekend gebleven. De
andere Nederlander, ook uit Enkhuizen, maar geboren in Haarlem, was Jan Huygen van
Linschoten. Hij wilde meer van de wereld zien en was ongeveer 17 jaar oud toen hij in 1579
met een boot naar Spanje vertrok, waar twee van zijn broers een handelskantoor hadden. Nog
geen jaar later, in 1580, vertrok hij uit Spanje en ging naar Lissabon, waar hij in 1583
de kans kreeg om als secretaris van de aartsbisschop van Goa, naar Goa te gaan. Tijdens
zijn reis maakte hij veelvuldig (navigatie)notities en ook later in Goa verzamelde hij
veel informatie en sprak veel met lieden die met andere schepen Goa aandeden. Hij is niet
in Japan geweest. Zijn grote, niet te onderschatten verdiensten waren deze notities en
aantekeningen die hij maakte gedurende zijn reizen en tijdens zijn verblijf in Goa. In
1592 keerde hij weer terug in Enkhuizen en begon, mede op verzoek van anderen, aan het
schrijven van zijn reisverslag. Deze werd in 1596 gepubliceerd als "Itinerario,
voyage ofte schipvaert, naer Oost ofte Portugaels Indien inhoudende een corte
beschryvinghe der selver landen ende zee-custen. Amstelredam, Cornelis Claesz,
1596." De aantekeningen over Japan had hij van Dirck Gerritz Pomp, die hij ook
in Goa had ontmoet. Jan Huygen van Linschoten is overigens ook mee geweest met de tochten
om de oost via een noordelijke route te bereiken en ook daarvan heeft hij uitgebreide
notities gemaakt.
In 1595 vertrok de eerste echte Nederlandse vloot, die via Kaap de Goede Hoop zou gaan,
met Cornelis de Houtman als bevelhebber. Hij had de (op dat moment nog niet uitgegeven)
notities van Jan Huygen van Linschoten bij zich als een goede leidraad. Azië werd wel
bereikt en de vloot keerde in 1597 weer terug, met slechts ongeveer 1/3 van de
bemanningsleden. Deze eerste tocht was wellicht niet helemaal een succes, maar de
Nederlanders waren nu klaar voor hun eigen grote zeereizen en omdat uit militaire en
financiële overwegingen de behoefte ontstond om alles te bundelen, werd in 1602 de
Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) opgericht. De eerste VOC-vloot vertrok uit
Nederland in 1603 en bestond uit 12 schepen.