Werk en bedrijf
Sarariiman
De sarariiman zijn de mensen uit de grote grijze massa kantoormensen, die
allemaal op dezelfde wijze op een kantoor werken, op dezelfde wijze in een
grijs pak gekleed zijn, op dezelfde wijze wonen en op dezelfde wijze van
huis naar werk reizen en 's avonds weer terug. Men werkt bij grote of
kleinere maatschappijen op kantoor. Ongeveer 70% van alle aan de
universiteit afgestudeerden worden een dergelijke 'sarariiman'. Men zegt dat
de grote economische groei van Japan te danken is geweest aan deze grote
groep van mensen.
De 'sarariiman' draagt een grijs pak, een grijze stropdas en een wit overhemd.
Het is niet gepast om bijv. met een frivole stropdas naar het werk te komen. Het
haar is kortgeknipt met een scheiding aan één van de zijden (shichi-san
stijl). De term 'sarariiman' is afkomstig van het Engelse salaryman.
Het
wordt in het Japans met katakanakarakters geschreven en dan schrijft men de
lange i met een streepje, dus als sarari-man (サラリーマン).
Het bedrijf
De grotere bedrijven in Japan bieden meestal een baan voor het leven
aan z'n werknemers. Dit is tegenwoordig met de slechtere economische
situatie én een veranderend arbeidsmoraal, wel aan het veranderen, maar het
is nog wel heel gebruikelijk om lang bij één bedrijf te blijven werken. Dit
komt enerzijds door de groepswerking die er van uitgaat maar anderzijds is
het een liefde van twee kanten. Het bedrijf wil in principe zijn werknemer
24 uur per dag bereid hebben te werken maar daar staat niet alleen de
beloning tegenover maar ook heel goede sociale voorzieningen als
woonaccommodatie, sportvoorzieningen, uitgaansdagen met het personeel e.d.
omdat men vindt dat het bedrijf ook een sociale taak heeft t.o.v. zijn
werknemers en het bedrijf voelt zich ook verantwoordelijk voor zijn
werknemers. Hier speelt mee dat men in Japan beseft dat goede onderlinge
relaties heel belangrijk zijn. Zo is er vaak een goede relatie tussen het
bedrijfsleven en de universiteit. Men houdt elkaar op de hoogte van
enerzijds de vacatures en anderzijds de aanstaande afgestudeerden. Een
bedrijf weet al lang van te voren wie er afstudeert en kan daar bijtijds op
in haken. Een hoogleraar voelt zich verantwoordelijk voor zijn studenten,
niet alleen tijdens de studie, maar ook erna zal hij proberen de student te
helpen. De relatie (hoog)leraar ('sensei') en student blijft in principe
altijd bestaan en stopt niet als de student is afgestudeerd, zoals bij ons.
Het gevolg is dat niet alleen de meeste studenten goede banen vinden maar
ook dat de hoogleraar later toegang krijgt tot allerlei bedrijven waar hij
voormalige studenten heeft zitten, die hem nog steeds als een vaderfiguur,
bijna als een god, zien. Hier speelt 'giri' een grote rol.
Hiërarchie binnen bedrijf
Japanse (grote) bedrijven kennen een sterke hiërarchische structuur.
Hierbij is de chef ook daadwerkelijk de chef omdat hij meestal ouder (zelfs
al is het maar 1 jaar) is en in Japan verdienen ouderen het respect van de
jongeren. Bij bijv. een terechtwijzing , is het ook nooit de bedoeling om de
chef direct tegen te spreken, laat staan te bekritiseren. Zelfs als een chef
iemand ten onrechte bekritiseert dient men hem eerst te bedanken voor deze
terechtwijzing en pas daarna kan men e.e.a. uitleggen. Over het algemeen is
het trouwens beter om niets te zeggen, dit wordt meer gewaardeerd dan iets
omstandig uit gaan leggen.
Werk, overwerk en gezin
De ochtend begint met een volgepakte trein en/of metro. Bij grotere
maatschappijen begint men de werkdag met een soort ochtendgymnastiek en
vervolgens de ochtendbesprekingen. Japan is het land van de consensus, de
overeenkomst. Elke werknemer dient op de hoogte te zijn van de gang van
zaken en het er mee eens te zijn. Men bereikt dit door de
ochtendbesprekingen te houden en een daarbij bereikte consensus houdt in dat
iedereen zich inzet voor het behalen of nakomen van de gemaakte
afspraak. Deze consensus is heel essentieel. Een chef kan bijv. een voorstel
goedkeuren maar dat wil nog niet zeggen dat dit voorstel wordt uitgevoerd.
Eerst dient het besproken te worden bijv. binnen de eigen werkgroep of
met zijn collega-chefs zodat een consensus bereikt kan worden. Het voordeel
is natuurlijk dat er dan nooit één persoon aansprakelijk is als er iets fout
gaat.
Japan wordt gezien als het land van de harde werkers want ze
werken van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Dat is ongetwijfeld nog
steeds het geval maar er is tegenwoordig ook wel een tendens naar meer vrije
tijd voor de werknemers. Tot voor kort was het gebruikelijk om praktisch
elke dag tot laat te blijven overwerken. Hier speelde overigens ook nog een
rol dat het onbeleefd was om eerder dan de baas naar huis te gaan. Men had
er uitdrukkingen voor als men toch eerder wegging, men verontschuldigde zich
met: 'osaki ni shitsurei shimasu' (neem me niet kwalijk dat ik eerder
wegga). Hoewel dit nog wel voorkomt, is dit de laatste jaren in de meeste
bedrijven wel al veranderd.
Overwerk is nog wel steeds vrij normaal, waarbij dan bijvoorbeeld wordt
overgewerkt tot iets van half acht of acht uur, zodat men tegen negen uur
thuis is. Veel bedrijven hebben weliswaar een overwerkloze dag ingevoerd
maar als het druk is, kan deze toch in de knel komen en wordt dan eenvoudig
overgeslagen. Op zo'n overwerkloze dag is men bijv. rond de zeven uur thuis.
Naast het overwerk is het gebruikelijk om zo eenmaal in de week met
collega's wat te gaan eten en drinken (nomikai). Dan gaat men met de
collega's na het werk naar een kleine goedkope bar, zoals in een 'aka
chochin' (rode lantaarn bar) en dan zal het uiteraard ook weer laat worden,
bijv. 11 uur of later.
Zoals hierboven is vermeld kent men in Japan nauwelijks onze 9 tot 5 baan.
Als er bijvoorbeeld een overwerkloze dag in de week is, komt de man (want
dat is het meestal) op een dergelijke dag om zeven uur thuis. Nog op tijd om
nog even wat met zijn kinderen te doen. Van de andere dagen in de week is er
een, vaak de vrijdag, waarop men uit eten en drinken gaat met collega's en
dan is men pas rond elf uur of later thuis en op de resterende drie dagen
van de werkweek wordt het door overwerk veelal rond de negen uur voordat men
thuis is. Dan is er ook nog vaak één week in de maand waarop op alle dagen
tot laat wordt overgewerkt en in een dergelijke week is men alle dagen pas
rond de tien uur thuis.
Dit is overigens al beduidend anders dan een aantal jaren daarvoor. Dat deze
veranderingen nog steeds gaande zijn, blijkt uit een recent onderzoek. In
2010 werkte de gemiddelde 'sarariiman' per dag 8 uur en 40 minuten en dat is
een uur korter dan in 2000. Een hele grote verandering blijkt 'het uit
drinken' te zijn. Bracht men in 1990 nog bijna 8 uur per week door in bars
en koffieshops, veelal met collega's, in 2010 is dat teruggebracht tot nog
geen 3 uur per week.
Dit betekent overigens niet dat het overal al zo gaat. In sommige
bedrijfstakken komt het hieronder besproken karoshi nog steeds voor.
Werkomstandigheden
Officieel kent Japan, sinds 1997, een 40-urige werkweek, maar in de praktijk
betekent het meestal dat er nog wel wordt overgewerkt, zoals we hierboven al
hebben gezien. Daarnaast kennen weliswaar de meeste grote
bedrijven al wel een 5-daagse werkweek, maar de kleine bedrijfjes
hebben dit veelal weer niet. De gemaakte overuren worden vaak maar matig of niet
betaald en worden dan service-overuren genoemd. Om de concurrentie met China
aan te kunnen gaan, zijn er ook al stemmen opgegaan om de betaling voor
overuren voor de witte-boorden employees, zoals managers, officieel te laten
verdwijnen.
Het vele overwerk en daardoor de
lange werkdagen met nauwelijks of geen ontspanning, hebben grote sociale
consequenties. Denk bijvoorbeeld maar aan het beperkte gezinsleven en aan karoshi
(zie hieronder)
Vakanties
Vakanties hebben de Japanners wel, al is het in westerse ogen erg weinig. Als
iemand nieuw bij een bedrijf begint zal hij/zij meestal 10 werkdagen
vakantie krijgen per jaar. Dit aantal zal wel groeien door stijgende
leeftijd en langere diensttijd. Veel Japanners nemen echter niet alle
vakantiedagen op, zo bedroeg in 2002 het gemiddeld aantal per persoon
opgenomen vakantiedagen bijna 9, terwijl het gemiddeld aantal dagen waar men
recht op had 18 was. Het wordt toch altijd nog wel gezien als een soort
ontrouw jegens het bedrijf. Het is ook niet gebruikelijk om lange vakanties
te nemen, de langste vakanties die men kent bestaan uit een werkweek plus
het weekend ervoor en het weekend erna, dus 9 dagen. Vakanties van meerdere
weken zijn vrijwel uitgesloten. De overige vakantiedagen worden als
snipperdagen opgenomen.
Tijdens de Golden Week (zie pagina Feestdagen)
heeft men een verplichte vakantieweek omdat er een aantal nationale
feestdagen in vallen. Daarnaast nemen veel Japanners een week
vakantie tijdens het O-bon festival, half augustus. Dit is een belangrijk
feest in Japan, waar velen voor het feest terugkeren naar het ouderlijk
huis. Zie hiervoor de pagina over Festivals in
Japan.
Voor schoolvakanties zie de pagina over het Onderwijs in Japan.
Karôshi
Het woord karôshi, veelal in de westerse pers en literatuur geschreven als
karoshi, is in Japan en Zuid-Korea een erkend fenomeen en betekent 'dood
door overwerk'. De lange werkweken, korte vakanties en vaak hoge werkdruk
kunnen leiden tot overlijden, door zaken als hartaanvallen, beroertes of
andere aandoeningen. Officiële publicaties noemen getallen als 60 tot 100
gevallen per jaar, maar anderen denken dat veel van de gevallen die nu
'gewoon' overlijden worden genoemd, eerder een karoshi achtergrond hebben en
noemen getallen van wel 10.000 per jaar.
Zo besliste een rechtbank in Nagoya in november 2007 dat een employé van
Toyota inderdaad was overleden als gevolg van het vele overwerk. Hij
overleed in februari 2002 op 30 jarige leeftijd door hartfalen, nadat hij in
de maand voorafgaand aan zijn overlijden 106 uur had overgewerkt. Daarbij
dient te worden opgemerkt dat er sinds een paar jaar er zware financiële
boetes volgen voor bedrijven, als een medewerker door karoshi om het leven
komt. Men hoopt op die manier het zo in de maatschappij ingebakken overwerk
terug te dringen. Ook zijn de criteria die de rechtbanken moeten gebruiken
zodanig gewijzigd dat men veel eerder tot de conclusie kan komen dat er
sprake is van karoshi.
|
 |
Een kleine
meubelmakerij in Kyoto |
Kleine bedrijfjes
In het buitenland zijn eigenlijk alleen de grote Japanse bedrijven bekend,
daar werkt overigens ongeveer 20% van de werkende bevolking. De overige 80%
werkt werkt in de middelgrote en kleine bedrijven (waaronder veel eenmansbedrijven), die bijv. de
toelevering van onderdelen verzorgen voor de grotere bedrijven. Ook deze mensen werken tot
laat maar hun bedrijfje is vaak in of vlakbij huis. Deze mensen verdienen
vaak een karig loon voor hard werken en hebben zelden goede sociale
voorzieningen. Juist zij hebben het in de afgelopen jaren veel moeilijker
gekregen en mede door de aanpak van de recente regeringen zijn de
verschillen tussen het midden- en kleinbedrijf aan de ene kant en de grote
bedrijven aan de andere kant veel groter geworden. De grote bedrijven, zoals
de autofabrieken, hebben hun voorraden tot nul kunnen reduceren omdat de kleine bedrijven
contractueel verplicht zijn op bepaalde tijden te leveren. Deze toelevering
is van levensbelang voor de grote bedrijven, denk aan de lopende band bij bijv.
een autofabriek als Toyota, die op die manier afhankelijk is van vele kleine
bedrijfjes. Maar daardoor is de druk op deze kleine bedrijven, die weinig
klappen kunnen opvangen, enorm, maar het betreft dus wel 80% van de
beroepsbevolking.
Werken in het buitenland
Hoewel Japan een vrij gesloten gemeenschap is, trekt men van
oudsher veel naar het buitenland om daar ideeën op te nemen en die thuis
weer aan te passen en te gebruiken. Natuurlijk is Japan tijdens de
Tokugawaperiode (bijna) volledig afgesloten geweest maar na de openstelling
(Meijirestauratie) trok men weer naar Europa en Amerika om nieuwe
ontwikkelingen in Japan te kunnen introduceren. Na de Tweede Wereldoorlog is
er een duidelijke kentering gekomen en produceert Japan producten die op
grote schaal worden geëxporteerd naar het buitenland. Later besluiten de
Japanse bedrijven dat het om allerlei redenen beter is om vestigingen
(fabrieken of kantoren) in het buitenland te hebben. Om de filosofie van het
moederconcern in Japan beter te kunnen volgen en uit te voeren vindt men het
beter om het management en vaak ook een groot deel van de employés uit
Japanners te laten bestaan. Sinds de grote vlucht van de Japanse economie
ziet men dan ook overal op de wereld vestigingen van Japanse bedrijven met
veel Japanse employés.
Deze Japanse employés wonen veelal met hun gezin voor 3, 4 of 5 jaar in het
betreffende land van detachering. Na een dergelijke periode keert men terug
naar Japan en soms wordt men weer in een ander land gedetacheerd. Dat de
periode beperkt is tot een aantal jaren heeft, naast een bedrijfsmatige
reden, ook een belangrijke sociale reden.
In de eerste plaats wil men dat de kinderen, als die er zijn, op een gegeven
moment in een Japanse samenleving opgroeien en zich niet (al teveel) gaan
conformeren aan de heersende cultuur en gewoontes van het 'gastland'. Het
kan zo zijn dat als de detachering nog niet is afgelopen, de kinderen al
vast naar huis worden gestuurd ivm school en het noodzakelijke opgroeien in
de Japanse cultuur.
Daarnaast vindt een Japanner over het algemeen dat als hij of zij langer dan
ongeveer 5 jaar uit zijn land wegblijft men 'verontjapaniseert'. Men heeft
toch minder contact met andere Japanners en juist meer met niet-Japanners
uit het betreffende land. Men neemt daardoor, gewild of ongewild, andere
gewoontes over. Men verandert en die veranderingen worden ook gesignaleerd
door de gemeenschap in Japan bij terugkomst. Het is dan ook juist die
gemeenschap in Japan die deze 'veranderde' Japanners anders kan gaan
bekijken en het kan zover gaan dat men zich niet meer echt thuis voelt in
eigen (veelal geboorte)gemeenschap. Dit laatste is natuurlijk sterk
afhankelijk van de (dorps- of stads)gemeenschap en speelt sowieso
tegenwoordig steeds minder in een Japan waar men te maken krijgt met steeds
grotere internationale invloeden.
Pensionering
De officiële pensioengerechtigde leeftijd is voor de meesten in Japan
60 jaar. Dit geldt ook voor de meeste Japanners die werken bij grote en
middelgrote bedrijven. Sommige bedrijven laten de mensen eerder met pensioen
gaan, bijv. bij 55 jaar, maar dan moet er financieel een lange tijd jaar
overbrugd worden, want de staatsuitkering (een soort AOW) begint pas bij 65,
althans dat geldt voor een deel, het basisstaatspensioen. Daarnaast kan er
nog een deel zijn waarvan de uitkeringsleeftijd varieert tussen de 60 en 65
jaar. In de eerste plaats moet men dus een redelijk aantal jaren overbruggen
en zelfs dan is die uitkering is niet zo heel erg veel. Soms heeft men ook
nog wel een uitkering van een levensverzekering maar over het algemeen zien
de Japanners zich dan wel genoodzaakt om na hun pensionering weer een baan
te zoeken. Dit kan bij hetzelfde bedrijf zijn, maar dan in een andere
functie en uiteraard met een lager inkomen dan men eerder had. Over het
algemeen zijn dit banen voor een aantal jaren, vaak voor 5 jaar, en daarna
gaat men weer op zoek naar een andere baan, meestal bij een kleiner
bedrijfje en tegen een nog lager inkomen. Hoewel de pensioneringsleeftijd
dus 60 jaar is, is de gemiddelde leeftijd waarop men echt met pensioen gaat
ongeveer 69 jaar. Het is niet alleen om financiële redenen dat men blijft
werken, maar de meeste Japanners willen ook graag blijven werken. De
gemiddelde Japanner is op zijn 60ste nog gezond, heeft niet veel hobby's
(heeft hij geen tijd voor gehad) en heeft geen zin om nog zo'n 25 jaar thuis
te zitten. Net als in andere landen gebeurt bij grote reorganisaties en
ontslaggolven, worden hier ook mensen weer terug aangenomen, maar dan als
adviseur, om in de grote ontstane (kennis) leemte te voorzien en ze
alsnog hun kennis kunnen over dragen.
In westerse landen ligt de gemiddelde 'echte' pensioneringsleeftijd lager
dan in Japan. In landen als Frankrijk, Italië en België ligt dit onder de
60. In Japan zijn de mensen dus tot een hogere leeftijd nog werkzaam.
Natuurlijk speelt hier ook een rol dat een Japanner nog graag wil werken,
men ziet het als een eer om de maatschappij te helpen. In de westerse landen
wordt werken veelal als een verplichting gezien, iets dat gedaan moet worden
om geld te verdienen. Daarnaast heeft men in het westen waarschijnlijk meer
behoefte aan vrije tijd, ook al omdat al veel eerder heeft geleerd er mee om
te gaan.
Literatuur |