Budo
Budo is de verzamelnaam voor een aantal moderne vechtsporten.
Hieronder vallen:
Kendo
Kendo betekent de weg van het zwaard en men vecht dus met een zwaard.
Tegenwoordig is dit een bamboezwaard (shinai) die max. 118 cm lang is. Bij kendo houdt men
het zwaard met twee handen vast en probeert zo de tegenstander te treffen. Om de
beoefenaren tijdens een gevecht te beschermen gebruikt men een masker (men), een
borstbeschermer (do), twee hand- en onderarmbeschermers (kote) en een onderlijfbeschermer
(tare). In Japan is kendo zeer populair met 2 miljoen beoefenaren en buiten Japan zijn dit
er ongeveer 8 miljoen.
Voor een goed boek over zwaardvechten, zie de literatuurlijst.
Judo
Judo betekent de zachte weg of de weg van zachtheid.
In 1882 is deze sport afgeleid van jujutsu (jiu-jitsu of jioejitsoe) door Kano Jigoro. Het
is een vechtsport zonder wapens. Het belangrijkste verschil met jujutsu is dat bij jujutsu
schoppen, trappen en stoten is toegestaan terwijl dit bij judo niet mag en gezien wordt
als gevaarlijk. In 1964 werd judo een Olympische sport. In Japan hebben 1,5 miljoen mensen
een 'dan' (een of andere graad) en buiten Japan zijn er meer dan 20 miljoen.
Aikido
Letterlijk betekent dit "de weg van de juiste geest" maar wordt algemeen
vertaald als "de weg van harmonie met het alles". Deze Japanse
zelfverdedigingskunst waarbij juist de kracht van de aanvaller wordt gebruikt om de
tegenstander te overwinnen d.m.v. werp- of klemtechnieken. Aikido is sierlijk om naar te
kijken maar vooral omdat het een defensieve techniek is en er weinig kracht voor nodig is,
is het populair bij vrouwen en ouderen. Het is geschikt voor man en vrouw en jong en oud.
Een donkere broekrok, de traditionele samoeraikleding, is onderdeel van de
gevechtskleding. Men kent niet of nauwelijks wedstrijden
Aikido is rond 1922 door Ueshiba Morihei afgeleid uit jujutsu.
Karate
Karate kent offensieve en defensieve technieken. De offensieve technieken, zoals
slaan met de hand, met de vuist of schoppen kunnen worden afgeweerd met defensieve
technieken. Karate is ontstaan uit Chinees boksen en kwam in Japan eigenlijk alleen in
Okinawa voor. Later (na de Meiji omwenteling) is het als karate door heel Japan verspreid
en daarna over de hele wereld.
Shorinji Kempo
Shorinji Kempo is een nog vrij jonge sport, ontwikkeld na de Tweede Wereldoorlog,
maar de basis van deze sport dateert uit de 5e eeuw. De monnik Tamo (in Japan bekend als
Daruma) introduceert zowel het Zenboeddhisme als een techniek om de het lichaam en de
geest te scherpen. Hij verkondigt deze techniek aan monniken van de Shaolin tempel.
Hiervan is de naam Shorin-ji afgeleid. Grofweg kan men spreken van een combinatie van
karate en aikido maar heeft wel zijn eigen technieken. Bij trainingen worden beschermende
pakken gedragen die de stoten op kunnen vangen. Tijdens wedstrijden draagt men de kleding
van zenmonniken.
Nippon Kempo
Nippon Kempo is afgeleid van Jujutsu en pas in 1932 als zodanig ontwikkeld. Omdat
veel is toegestaan gebruikt men beschermende kleding, zoals maskers, borstbeschermer en
handschoenen en omdat de techniek zo veel omvattend is wordt deze onderwezen aan de
politie.
Naginata
De naginata is een ruim 2 m. lange stok of staaf, met aan het eind een gebogen
blad, vroeger geheel van metaal, tegenwoordig van hout of bamboe. Vroeger (tijdens de Edo
periode, 1600-1868) werd dit wapen vaak gebruikt door vrouwen als zelfverdediging.
Kyudo (boogschieten)
 |
De
Nederlander Hans de Wekker tijdens
een examen in Japan.
© foto Linda van der Kamp |
Kyudo (eigenlijk wordt dit als Kyûdô geschreven) betekent 'de weg van de boog'. Dit
boogschieten dateert uit de Kamakura periode (1189-1333) en men zegt dat het de eerste
krijgskunst is die zich heeft ontwikkeld tot een sport. Het is natuurlijk ontstaan uit
één van de vechtkunsten van de samoerai, het schieten met de boog, net als het schieten
met de boog vanaf het paard (yabusame). De bamboeboog is ruim 2 m. lang. De doelen staan
soms op 28 m. maar meestal ergens tussen de 50 en 90 meter.
Zoals bij de meeste Japanse sporten is het belangrijk een juist evenwicht te vinden tussen
lichaam en geest, waarbij de toestand van de geest belangrijk is. Deze dient puur en
zuiver te zijn, zodat men als het ware de pijl al de roos heeft zien raken voordat men
geschoten heeft. Ook in Nederland zijn er vele beoefenaren van deze sport met een aantal
dôjô (traininghal voor vechtsporten) en heeft men als officiële bond: de Kyudo Renmei Nederland
Daarnaast zijn er nog vele technieken gangbaar, zoals bijvoorbeeld iaido. De techniek van het snel trekken (en gebruiken) van het
zwaard. Dit wordt echter hier niet als sport beoefend en blijft hier dus verder
onbesproken.
Nieuw: |