Index en begrippenlijst

A B C D E F G H I J K M N O P R S T U W Y Z

Klik hier, als links het navigatiemenu ontbreekt.

Begrippen en namen worden hier verklaard.
De getallen achter het trefwoord zijn links naar plaatsen in deze site of  naar het www.

I

 

iemoto

Artistiek leider of hoofd van een school. In Japan hebben de diverse uitvoerende kunsten een artistiek leider, een functie die meestal van vader op zoon overgaat. Deze iemoto waakt over de uitvoering van de kunst binnen zijn school en zorgt voor het in stand houden van de juiste uitvoering. Er bestaan in de diverse takken van kunst allerlei scholen met hun eigen wijze van uitvoering. Dit ziet men bijv. bij ikebana (bloemschikkunst), sadô (theeceremonie) maar ook in het theater bij nô (noh) en kyogen. De term 'iemoto' komt waarschijnlijk uit de Heianperiode (794-1185) toen allerlei vormen van kunst in hoog aanzien stonden, maar pas vanaf midden 18e eeuw werd iemoto als zodanig een begrip.

ikebana, 1

Japanse bloemsierkunst.

Inari, 1

Boodschapper van de rijstgod in de gedaante van een vos.

J

 

jigai, 1

Een rituele zelfdoding, vergelijkbaar met seppuku, maar in dit geval door vrouwen.

Jimmu
(Jimmu-tennô)

Eerste legendarische keizer van Japan. Volgens de legende stichtte hij, na een aantal gevechten met de verschillende stammen, op 11 februari 660 v. C. het keizerrijk Japan. Aan de voet van de berg Unebi in Yamato bouwde hij zijn paleis en maakte deze plaats de hoofdstad van Japan. Volgens de huidige historici is het niet alleen niet duidelijk of Jimmu in deze periode geleefd heeft, maar is het zelfs onzeker of hij als Jimmu bestaan heeft. Mogelijk is hij een legendarische samentrekking van verschillende figuren die rond die tijd geleefd hebben.

jinja, 1

Shintôtempel. Hier bidt men tot de shintôgoden (kami) door 3 maal in de handen te klappen (om de aandacht te trekken) en te bidden. (zie ook jingu en taisha)

jingu, 1

Belangrijke shintôtempel met meerdere kleinere tempels. De belangrijke tempel in Ise heet Ise Jingu.

Jizo, 1

jizo'sBelangrijke bosatsu in Japan. Is god van de ongeboren (geaborteerde) en doodgeboren kinderen. Hoewel oorspronkelijk uit boeddhisme is het nu meer een volksfiguur. Stenen Jizobeeldjes ziet men veel op straat met rode slabbetjes en mutsjes. Worden vaak verzorgd door vrouwen die aldus hun niet geboren kinderen verzorgen..

jô (jo)

Een teller (counter) bij tatamimatten en wordt achter het getal geplaatst. Bij een kamer die 8 tatamimatten groot is, spreekt men over 8-jô kamer. Het aantal jô geeft dus in zo'n geval de grootte van de kamer aan, maar de grootte van de tatamimat kan wel afhankelijk zijn van de streek. Een tatamimat (dus 1 jô) kan bijv. 85,5 x 179 cm (1,5 m²) zijn, maar ook ongeveer 1 x 2 m (2 m²). Voor meer uitleg over tellers (counters) zie de pagina over de Japanse grammatica.

Jômon cultuur
Jômon periode, 1

Vanaf 10.000 v. C tot 300 v. C. spreekt men van de Jômon periode en de bijbehorende Jômon cultuur. Deze is genoemd naar het touwmotief dat als versiering wordt aangebracht in het aardewerk. Na deze periode volgt de Yayoi periode.

juku

Voorbereidende school. Wordt vaak in de avonduren en/of in de weekenden als aanvulling op de normale school gevolgd, ten einde het toelatingsexamen voor de universiteit te kunnen doen. Zie ook Yobiko.

K

 

kagamimochi, 1

Letterlijk 'spiegelrijstkoek'. Op oudejaarsavond/nieuwjaarsdag een offer voor de goden, bestaande uit twee rijstkoeken (mochi) op elkaar met een citroen en varenbladeren, die in de tokonoma geplaatst wordt.

kakejiku

Een andere benaming voor een kakemono.

kakemono

Een verticale rolschildering (Engelse benaming is 'scroll') die in een nis (tokonoma) in een woonkamer of theehuis hangt. Wordt meestal per seizoen vervangen. Vaak gecombineerd met een bloemstuk (ikebana), ook passend bij het seizoen.

kalligrafie, 1

Japanse kalligrafie wordt 'sho' genoemd. Zie verder aldaar.

kami, 1

God of goden uit de Shintô. Komt echter niet overeen met ons begrip god maar het zijn meer geesten, aanwezig in voorwerpen of zaken uit de natuur, zoals een bijzondere boom. Daarnaast zijn er kami die er min of meer als mensen uitzien.

kamidana, 1

Huisaltaar, behorend bij het shintô. Men kan er bidden tot de voorvaderen of offeren.

kamon, a

Familiewapen. Elke Japanse familie heeft een in zwart-wit gemaakt wapen. Vaak met elementen uit de natuur zoals een chrysant (keizerlijke familie) of de stokroos (Tokugawa familie). Ze verwijzen naar de familie met de voorouders en stammen uit zeer vroege tijden. Deze familiewapens werden gebruikt tijdens oorlogvoeren en tegenwoordig zijn ze nog te vinden op papieren lantaarns, tempels en op de 'noren' van restaurants.

kampaku

Titel van hoogste hoffunctionaris aan het keizerlijk hof van 882 tot 1868 (Meji restauratie). Het was de hoogste hoffunctionaris en gold als intermediair tussen de keizer en de andere hoogwaardigheidsbekleders. Hij vertegenwoordigde veelal de keizer en verving hem zelfs soms. Dit was ook de hoogste functie die bijv. Toyotomi Hideyoshi heeft gehad. Hij is nooit shôgun geweest, evenmin als zijn voorganger Oda nobunaga. Een kampaku kon later, als zijn zoon hem opvolgde, taikô worden. Zie taikô.

kana, 1

Verzamelnaam voor de hiragana en katakana tekens van de Japanse taal.

kanji, 1

Japanse schrifttekens, die rond de 5e eeuw uit China zijn overgenomen. Later werden deze uitgebreid en soms iets veranderd. Hieruit werden de hiragana- en katakanakarakters afgeleid.

Kannon

Boeddhistische godin van genade. Soms de godin met de 1000 armen.

kanpai

Japanse woord voor 'proost' of 'cheers'. Bij speciale gelegenheden is er veelal een geëerde gast, die enkele woorden spreekt en dan eindigt met 'kanpai', waarop iedereen zijn glas leeg drinkt. Kanpai betekent 'leeg het glas'.

kanreki

Een speciale feestdag voor mensen die 61 jaar zijn geworden.

karaoke
karaokebar

Een Japanse vinding uit 1972. Karaoke is afgeleid van 'kara' dat leeg betekent en 'oke' dat een afkorting is van het ingeburgerde Engelse woord voor orkest. Het is populair geworden als amusement in bars (karaokebars), waar men kan zingen met een microfoon en een geluidsband met alleen muziek. De tekst staat in een boek of wordt geprojecteerd. Is zeer populair in Japan (en tegenwoordig ook daarbuiten). Het is ontstaan in de muziekstudio's toen men de vocale track op de recorder leeg liet (kara),om die later te laten inzingen, en dus alleen de orkest track had (oke).

karesansui
karesansuituin, 1

Karesansui betekent letterlijk "droge-berg-water" ofwel droog landschap en heeft betrekking op de typisch Japanse grindtuinen met hier en daar een rots of rotspartij. Is afkomstig uit de tuinen van de zenkloosters om bij te mediteren en dit tuintype wordt daarom ook wel zentuin genoemd.

karôshi, 1
(karoshi)

In Japan bestaat een grote druk op werknemers om tot laat te blijven werken. Er is vaak een grote werkdruk rn daarnaast is het bijv. onbeleefd om eerder dan de baas naar huis te gaan. Ook zijn er vele verplichtingen, zoals drinken met de collega's, waardoor de gemiddelde werknemer zeer laat thuis komt en 's morgens toch ook weer vroeg moet opstaan om weer naar het werk te forenzen. Er wordt wel 200 uur in de maand gewerkt en dit gedurende een lange tijd. Niet alleen dat er vele fysieke ongemakken kunnen ontstaan, zoals maagproblemen, hoofdpijnen e.d., maar een gevolg kan ook 'de dood door overwerk' zijn, bijv. door een hartaanval. Dit wordt karôshi genoemd.

katakana
katakanakarakters, 1

Schrift van klankalfabet in de Japanse taal. Ontwikkeld uit kanji. Wordt (bijna) uitsluitend gebruikt voor het weergeven van klanken en dus ook voor woorden die afkomstig of afgeleid zijn van een buitenlandse taal.

keesje

Aanduiding voor een prostituee door de Nederlanders op Deshima. Waarschijnlijk een verbastering van 'keisei' (uitspraak 'keesee') dat courtisane betekent.

keiretsu, 1

Benaming voor een groep van bedrijven, ontstaan uit de 'zaibatsu' (zie aldaar). De zaibatsu werden verboden door de Amerikanan na de Tweede Wereldoorlog maar kwamen later terug onder de naam keiretsu. Voorbeelden zijn: Mitsui, Mitsubishi, Sumitomo en Sanwa. Zij hebben allemaal een grote bank als een soort moederbedrijf.

keisaku

Houten platte stok waarmee een monnik tijdens de zazen een mediterende op de schouder slaat als diens aandacht verslapt.

ken

Ken is een eenheid van lengte, voornamelijk gebruikt in de architectuur om de ruimte tussen twee pilaren te meten. Daarnaast is Ken de eenheid van lengte voor de tatami.
In Nagoya is 1 Ken = 6 shaku = 1,818 m. (shaku =  0,303 m.)
In Kyoto is 1 Ken = 6,3 shaku = 1,9 m.
In Tokyo is 1 Ken = 5,8 shaku = 1,75 m.

kimigayo, 1

Volkslied van Japan.

kimono, 1 , 2

Typisch Japans kledingstuk voor vrouwen en mannen hoewel men tegenwoordig bijna alleen maar vrouwen in een kimono ziet. Kan uit meerdere lagen bestaan. De duurdere kimono's zijn gemaakt van echte zijde. Afbeeldingen en kleur moeten passen bij het jaargetijde. De kimono wordt bijeen gehouden door een band, obi.

Kiujiki, 1

Oudste geschreven Japans boek over de geschiedenis van Japan. Grootste deel is echter verbrand.

kôban

Een kleine politiepost in de stadswijken met de bedoeling om mensen, die kleine problemen hebben, te helpen, bijv. het wijzen van de weg of het helpen een bepaald adres te vinden. Een kôban wordt meestal bemand door één agent, die liefkozend 'omawarisan' wordt genoemd.

Kofun cultuur
Kofun periode, 1

Na de Yayoi periode komt de Kofun cultuur op, vanaf 300 n. C. Deze cultuur wordt zo genoemd naar de grafheuvels of tumuli (kofun in het Japans) die dan gemaakt worden voor belangrijke personen. Deze periode duurde tot ongeveer het begin van de 8ste eeuw. Dan begint de Nara periode.

kogelvis,  1

Uiterst giftige vis die in bepaalde restaurants gegeten kan worden. Zie verder onder 'Fugu' of volg de link.

Kojiki,  1

Oudst geschreven geschiedenis van Japan, in 712 geschreven, in opdracht van keizerin Gemmei.

kokkai, 1

Het Japanse parlement. In het westen spreekt men meestal over de Diet, maar dit is een (Engelse) vertaling van Kokkai. Kokkai betekent letterlijk 'landsvergadering'. De kokkai (het parlement) is het hoogste machtsorgaan van Japan. De kokkai bestaat uit het Huis van Afgevaardigden of 'shugi-in' en het Huis van Raden of de 'sangi-in'.  De shugi-in (vergelijkbaar met het Lagerhuis of onze Tweede kamer) telt 480 zetels, waarvan de leden voor 4 jaar worden gekozen (of minder) door 130 kiesdistricten. De sangi-in (vergelijkbaar met onze Eerste kamer) telt 247 zetels.

koku

Japanse inhoudsmaat, die overeenkomt met 180,39 liter en is onderverdeeld in 10 to. Een belangrijke inhoudsmaat uit de Edo-periode. De hoeveelheid rijst van 1 koku was voldoende om 1 persoon 1 jaar in leven te houden. Omdat in de Edo-periode de samoerai geld iets verachtelijks vonden werden zij, maar ook de ambtenaren, uitbetaald in koku rijst. De belangrijkheid van de leengoederen, in handen van de daimyô,  werd bepaald door de opbrengsten in koku rijst. De rijstopbrengst van bijv. de Honda daimyô landgoederen was (vlak voor de Meiji restauratie) 50.000 koku, terwijl de Tokugawa landgoederen  5.000.000 koku rijst opbrachten. Een jaaropbrengst van 10.000 koku rijst was in de Edo-periode het minimum om recht te hebben op de titel 'daimyô'.

kotatsu,  1

Een laag soort tafeltje met 's winters een elektrisch kacheltje eronder. Vroeger was dat een stoof. Men kan met de benen onder het tafeltje zitten en een deken rondom het tafeltje houdt dan de warmte onder het tafeltje en daardoor blijft het onderlichaam warm.

koto,  1

Muziekinstrument dat 13 snaren van zijde heeft en iets weg heeft van een horizontale harp. Het heeft een beweegbare brug. De rechterhand plukt aan de snaren en de linkerhand duwt op de snaren achter de brug. Frame is gemaakt van paulowniahout (kiri).

kôyô,  1

Het verkleuren van de bladeren van de Japanse esdoorn van groen naar geel en rood. Dit begint ongeveer rond eind september in Hokkaido en verplaatst zich langzaam naar het zuiden. Half november is het meestal in Tokyo en Kyoto.

kun, -kun

Achtervoegsel achter naam, gebruikt tegen goede vriend of iemand in een lagere sociale positie, bijv. baas tegen ondergeschikte.

kunyomi
kun-yomi, 1

Oorspronkelijke Japanse uitspraak, toegekend aan kanji bij de overname hiervan uit China. De kanji kregen (naast de meegenomen Chinese uitspraak, die on-yomi wordt genoemd) ook de Japanse uitspraak van die betekenis. Deze uitspraak wordt kun-yomi genoemd. Zie ook on-yomi en nanori.

kusudama

Een kunstig gevouwen bal, bestaande uit een aantal gevouwen blaadjes papier (origami). Deze ballen (letterlijk: medicijnbal) werden vroeger in Japan gebruikt voor wierook. Tegenwoordig hebben ze meer een decoratieve functie.

kyogen, 1

Oude dansvorm, net als nô afgeleid van 'saragu'.

kyoka, 1

Bepaalde versvorm. Gebaseerd op de 31 lettergrepige waka.

kyûreki

De traditionele maankalender waar men mee rekende tot in de Meijiperiode. Men deelde het jaar in 24 perioden van twee weken. Deze kalender kwam uit China. Hij werd afgeschaft op 1 januari 1872.

M

 

magatama, 1

Het komma- of cashewnootvormige juweel, dat samen met een spiegel en een zwaard de keizerlijke regalia vormen. Zie verder bij regalia.

mai

Japanse dansvorm. Deze stamt af van de oude heilige tempeldansen, vroeger uitgevoerd door de tempelmaagden. Ze mogen alleen door daartoe opgeleide personen worden uitgevoerd en alleen bij speciale gelegenheden. Een andere dansvorm is de 'odori'.

maiko, 1

In Kyoto een geisha in opleiding.

mama
mama-san

Eigenaresse van een bar. Zij treedt meestal ook op als gastvrouw en is als zodanig veelal de vertrouwelinge van menige gast, iemand waar de gast zijn hart kan uitstorten en in vertrouwen kan nemen.

mamori

zie bij omamori

mandala
mandara

Mandara is het Japanse woord voor mandala. Een esoterische weergave van de kosmos met Boeddha in het centrum. Wordt gezien als belangrijke esoterisch boeddhistische kunst.

maneki
manekineko, a , b

uitnodigende katManeki betekent uitnodigen en een maneki-neko is een klein beeldje van een 'uitnodigende kat', als een talisman (engimono) die men bij veel tempels en souvenirwinkels kan kopen. De kat maakt een uitnodigend gebaar en men ziet dit beeldje ook veel in restaurants en winkels waar het dan klanten naar binnen lokt. Het zou geluk brengen en zorgen voor goede zaken. Deze beeldjes zijn er met een wenkende linker- en met een wenkende rechterpoot. De wenkende linkerpoot inviteert de klanten, terwijl een kat met een wenkende rechterpoot geld en geluk brengt.
De kat als huisdier werd overigens pas in de 7e eeuw geïntroduceerd uit Korea. In de Heianperiode waren katten ingedeeld bij de edelen, in de 5de klasse en behoorden daarmee tot de keizerlijke familie. Ze werden 'o-koma-san' genoemd (eerbiedwaardige meneer uit Korea).

manga, 1

In Japan zeer populaire stripboeken, bij jong en oud. Vaak met veel geweld en seks.

matcha, 1

De groene theepoeder, die gebruikt wordt bij de theeceremonie om thee te maken.

matsuri, 1

Het Japanse woord voor festival. Japan kent zeer veel festivals (of matsuri), in feite is er elke dag wel ergens in Japan een matsuri. Er zijn landelijke matsuri als het zeer bekende O-bon matsuri en plaatselijke festivals als het Takayamafestival of Takayamamatsuri.

meijirestauratie, 1

De grote omwenteling in Japan in 1868, die gepaard ging met een verschuiving van de macht, na ruim twee en een halve eeuw Tokugawashogunaat, naar de keizer. Mede door de openstelling van Japan voor buitenlandse mogendheden werd dit een grote en belangrijke stap voor Japan in de moderne tijd.
De door de Amerikanen en later ook Russen afgedwongen openstelling van Japan voor buitenlanders leverde in Japan zelf veel conflicten op tussen voor en tegenstanders. Hier doorheen liep het feit dat men ook de keizer de macht terug wilde geven ten koste van de shôgun. De openstelling was al eerder afgedwongen, maar in 1868 kwam dan de macht weer bij de keizer te liggen, hetgeen het einde van het Tokugawashogunaat betekende. Deze keizer was Mutsuhito, die overigens in 1867 al zijn vader als keizer was opgevolgd. In 1868 begon hij als keizer Meiji aan de nieuwe periode. Deze totale ommekeer met alles wat daarop volgde, wordt de Meijirestauratie genoemd.

meishi, 1

Visitekaartje. Is zeer belangrijk in Japan, zeker voor de zakenman.

miai, 1

Formele kennismakingsbespreking tussen de twee betrokkenen om tot een (gearrangeerd) huwelijk te komen. Beide parijen hebben geen verplichtingen en kunnen dus afwijzen.

miai kekkon, 1

Een gearrangeerd huwelijk. Hoewel men wel spreekt van een 'o-miai' heet het eigenlijk 'miai kekkon'. De bespreking die hieraan vooraf gaat heet een 'miai'. 'Kekkon' betekent 'huwelijk'. In Japan kent men nog steeds het gearrangeerde huwelijk maar een huwelijk uit liefde ook (steeds meer).

mikado

Wat oude titel voor keizer van Japan. Ook in overdrachtelijke zin werd het gebruikt, bijv. voor het keizerlijk paleis. In Japan wordt het meer in literair werk gebruikt. (Klemtoon op tweede lettergreep). Letterlijke betekenis: hoogverheven poort.

miko

Een vrouwelijke hulp (jonge meisjes) van een shintôpriester.

mikoshi

Draagbare schrijn die tijdens feesten wordt meegedragen door tientallen mannen. De kami worden geacht erin afgedaald te zijn tijdens zo'n feest.

Minamoto

Belangrijke samoerai clan die tijdens de Gempei oorlog streed om de macht tegen de Taira. De Minamoto versloegen de Taira. Minamoto Yoritomo werd de eerste shôgun in 1192.

misoshiru

Typische Japanse soep van bonenpasta.

MITI,  1

Een in 1949 opgerichte ministerie in het Japan, het Ministry of International Trade and Industry. Deze speelde een sleutelrol in de economische ontwikkeling van Japan.

mizu shobai

Letterlijk vertaald: de waterhandel. De handel in de grijze wereld van de amusement met geisha's, bars en verschillende soorten van clubs.

mochi

Koek van speciale gestampte rijst. Wordt vaak gegeten bij festivals of andere jaarfeesten. Wordt ook geofferd aan de goden.

mochû hagaki

Dit is een soort rouwkaart die wordt verstuurd naar kennissen i.p.v. nieuwjaarskaarten (nengajô) aan het eind van het jaar als er in het afgelopen jaar iemand is overleden in de familie. Dan weet de geadresseerde dat er dit jaar geen prijs wordt gesteld op gelukwensen zoals een nieuwjaarskaart. Het versturen en ontvangen van gelukwensen zoals een nieuwjaarskaart is dan niet gebruikelijk.

mon

Heeft verschillende betekenissen in het Japans, zoals 'poort', maar ook familiewapen. Elke Japanse familie heeft een eigen familiewapen in zwart-wit. Zie verder 'kamon' en 'montsuki'.

montsuki

Familiewapen ('mon' of 'kamon') aangebracht op de kimono.


A B C D E F G H I J K M N O P R S T U W Y Z

Deze pagina is een onderdeel van Uchiyama's website over Japan
terug naar begin