|
Klik hier, als links het navigatiemenu ontbreekt. |
|
De torii is het symbool van de shinto. Het geeft het terrein van de tempel aan met achter de torii de heilige grond. |
Japan kent in feite twee religies, het shinto (eigenlijk shintô) en het
boeddhisme, voor zover we die als religies willen zien. Veel westerlingen
zullen shinto met zijn duizenden goden (kami) niet als religie willen zien
en het boeddhisme wordt vaak meer als een levenswijze bestempeld.
Velen beschouwen shinto als een oorspronkelijk Japans volksgeloof, maar
anderen zetten daar weer grote vraagtekens bij omdat in vroegere tijden ,
zoals rond de Yayoi periode, een aantal volkeren of stammen zich in Japan
vestigden vanuit het noorden en het zuiden. Zij namen elk hun eigen
volksgeloof mee en we zien rond het begin van de jaartelling dat ook veel
verschillende rituelen, zoals uitingen van sjamanisme. Deze stammen hebben
elk hun eigen priesters en hun eigen rituelen en van een eenheid is nog lang
geen sprake. Shinto als zodanig bestaat dus nog niet, evenmin als het woord
shinto. Pas later als het boeddhisme is ingevoerd wordt er gesproken over
jindô waarmee de goden werden bedoeld die buiten het boeddhisme stonden. Pas
rond begin 15e eeuw komt de term shintô (de weg van de goden) in zwang.
Shinto is het oudste (volks)geloof in Japan en is ook typisch voor
Japan. Geen enkel ander land kent shinto. Het is waarschijnlijk ontstaan in de Yayoi
periode, rond het begin van de christelijke jaartelling als een soort behoefte om te
bidden of te bedanken voor een goede oogst maar shinto heeft ook zijn wortels in het
sjamanisme. Het is gebaseerd op vele shintogoden, kami, die echter heel anders gezien
moeten worden als bijv. de oude Griekse goden of de christelijke Jezus of god. Kami zijn
geesten die overal kunnen huizen, zoals in bijzondere stenen, bomen, bergen of
gebieden.
In de 6de eeuw werd het boeddhisme vanuit Korea geïmporteerd hetgeen aanvankelijk op
verzet stuitte maar in de loop van de tijd werden de Boeddha's, er zijn immers meerdere
Boeddha's (butsu of nyorai in het Japans), en
bodhisattva's (bosatsu) uit het boeddhisme aangepast en konden
worden verweven met de shintogoden.
Religie is nog steeds een belangrijk onderdeel in het Japanse leven waar het boeddhisme
nu het belangrijkste geloof is. In 1985 waren er in Japan 90 miljoen Boeddha-volgelingen,
tegen 1,7 miljoen christenen en 155 duizend moslims. Een groot aantal boeddhisten zijn
echter tevens shinto aanhangers. Blijkbaar gaan deze twee geloven prima samen. Veel
Japanners praktiseren dus zowel het shinto als het boeddhisme. Eigenlijk dient het
boeddhisme niet als een religie gezien te worden, maar meer als een levenshouding. Men
gelooft niet in goden, maar probeert het ultieme doel van het leven te bereiken, namelijk
de verlichte status, zoals Boeddha dat ooit bereikt heeft. Er wordt verschillend gedacht
over hoe dit bereikt kan worden en dit verklaart (voor een deel) de verschillende sektes.
Omdat hier een bepaald geloof aan ten grondslag ligt, willen sommigen het wel als een
geloof bestempelen, maar het is dus geen geloof in de betekenis van 'geloof in een
godheid'. Voor het gemak zullen we het woord 'geloof' hier wel blijven gebruiken.
Shinto wordt veelal gezien als het geloof voor tijdens het leven (men trouwt meestal
volgens het shinto ritueel) terwijl het boeddhisme gezien wordt als het geloof voor ná
het leven. Begrafenissen gaan meestal volgens het boeddhistisch ritueel. Shinto heeft ook
niets te bieden voor na de dood. In feite beschouwt shinto alles dat met bloed en dood te
maken heeft als onrein. Voor zaken na de dood grijpt de Japanner, mede om die reden, naar
het boeddhisme. Boeddhisme belooft immers verlossing uit dit leven vol lijden.
Vanuit de geschiedenis zijn shinto en het boeddhisme nauw met elkaar
verbonden. Bij de introductie van het boeddhisme zijn diverse zaken
uitgewisseld, onder meer om de introductie beter geaccepteerd te krijgen (zo
ongeveer als de vroeg-christelijke kerk de van origine heidense
decemberfeesten omsmolten tot het huidig kerstfeest) en raakten het shinto
en het boeddhisme innig verstrengeld. Zo zijn deze twee religies op de raakvlakken dermate
aangepast dat er geen contradicties meer zijn. Daardoor is de scheiding niet meer zo
scherp en zijn vele kami als boddhisattva terug te vinden in het boeddhisme in
Japan en omgekeerd.
In shinto, het oude oer-geloof van de Japanner, spelen kami (goden of geesten die zich in
principe in elk voorwerp kunnen bevinden), een grote rol. Daarnaast zijn er ook vele kami
met speciale taken, bijv. de kami voor de oorlog of de kami voor de kunst. Deze laatste is
trouwens typisch een voorbeeld voor de samenwerking tussen shinto en boeddhisme. De godin
voor de kunst, Benten, wordt in shinto en boeddhisme vereerd. Veel oudere Japanners
geloven nog wel degelijk in het bestaan van deze kami en hoewel ook jongeren dit niet
altijd ontkennen, praktiseert het merendeel het shinto meer uit gewoonte, meer uit volksfolklore
dan uit een echt geloof.
Pas na de Meijirestauratie heeft shinto zijn huidige vorm gekregen, maar ook
nu nog maakt men veelal geen strikte scheiding tussen boeddhisme en shinto.
Zo zien we wel eens bij boeddhistische rituelen de typische shinto 'shide'
(zigzag papieren) opduiken en vaak realiseert de gemiddelde Japanner zich
niet of iets boeddhistisch of shinto is of wat de oorsprong is, zoals wij
ons veelal niet realiseren waar bijvoorbeeld het pinksterfeest vandaan komt.
Thuis heeft men nog twee huisaltaren, een shinto ("kamidana") en een
boeddhistisch huisaltaar ("butsudan").
De laatste tijd lijkt er wel een tendens te zijn naar het boeddhisme en als
ze er over nadenken zien veel Japanners shinto steeds meer als een
overgeleverd volksgeloof, maar doen nog wel steeds enthousiast mee aan
shinto bijeenkomsten, zoals bijvoorbeeld shichi-go-san.
Hoewel officieel door het merendeel van de Japanners beide geloven praktisch
wordt beleden, wordt dit over het algemeen op een verschillend niveau
gedaan. Het boeddhisme wordt veelal bewust beleden en omdat er verschillende stromingen zijn wordt er ook verschillend over de
diverse details gedacht. Zo geloven sommigen wel degelijk in reïncarnatie en over
bevrijding uit dit aardse lijden, anderen geloven dit weliswaar niet maar denken toch nog
wel dat bijvoorbeeld problemen in het huidige leven een gevolg is van onopgeloste problemen in
een vorig leven.